Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Hulscher J.B. (1974) An experimental study of the food intake of the oystercatcher Haematopus ostralegus L. in captivity during the summer. ARDEA 62 (3-4): 155-171
De voedselecologie van de Scholekster is voor verschillende onderzoekers onderwerp van studie geweest. Er zijn reeds vele veldwaarnemingen verricht over de hoeveelheden voedsel die Scholeksters overdag opnemen. Gegevens over de voedselopname 's nachts zijn echter nog onvoldoende. Door de voedselopname van Scholeksters in gevangenschap nauwkeurig te bestuderen, zowel overdag als 's nachts, kan wel een beter inzicht verkregen worden in de totale hoeveelheid opgenomen voedsel per etmaal. Op Schiermonnikoog werden vogels op het nest gevangen. Zij werden aan een vleugel gekortwiekt en in kooien op een grasveld bij het biologisch veldstation van de Rijksuniversiteit Groningen gevangen gehouden, waarin ook de proeven werden gedaan. De kooien (400 400 75 cm) waren van kippengaas opgetrokken, zonder dak, met aan de binnenzijde groengekleurde vitrage om te verhinderen dat de vogels hun snavel door het gaas zouden steken en verwondingen zouden oplopen. Een schutting schermde de kooien af van het veldstation. In het hier beschreven onderzoek zijn de volgende aspecten van kwantitatieve voedselopname bij Scholeksters in gevangenschap bestudeerd: - voedselopname als het voedsel 24 uur beschikbaar was, - voedselopname onder nagebootste getijdenomstandigheden, - voedselopname overdag en 's nachts, - voedselopname met verschillende soorten prooidieren (Kokkels en Mossels), - voedselopname in verband met lichaamsgewicht. Wanneer het voedsel 24 uur per etmaal beschikbaar was (getijdenomstandigheden uitgeschakeld), dan bleek de snelheid van voedselopname (ml mosselvlees/uur) niet constant te zijn. Er waren grote verschillen tussen de proefdieren onderling (Fig. 1A), maar algemeen was de snelheid van voedselopname 's nachts slechts weinig lager dan overdag (0,86). Wanneer voedsel gedurende 5 of 7+ uur rond de middag en weer gedurende 5 of 7+ uur rond middernacht (getijdenschema) beschikbaar was, bleek de gemiddelde voedselopname in de nachtelijke periode bij de drie gebruikte proefdieren 1,45 maal zo hoog te zijn als overdag. De gemiddelde voedselopname per etmaal was onafhankelijk van de grootte van de aangeboden Mossels, die alle binnen de afmetingen vielen die ook in het veld genomen worden (Tabel 3). De gemiddelde voedselopname per etmaal vertoonde ook geen verschillen of de vogels nu gedurende 2 5, 2 7+ of 24 uur voedsel ter beschikking hadden. De voedselopname van individuele vogels schommelde sterk van dag op dag, maar over langere perioden was de dagelijkse consumptie aan caloriedn ongeveer constant, of de vogels nu Mossels of Kokkels aten (Fig. 2). Hierbij bleef het lichaamsgewicht vrij constant. Voor negen vogels varieerde de gemiddelde opname van 23,5 - 36,3 (gem. 28,8) g mossel- en/of kokkelvlees (asvrijdrooggewicht)/24 uur (Tabel 6), of 120 - 185 (gem. 147) kcal/24 uur/vogel. Voor drie vogels, die vele malen gewogen werden, waren de voedselopname (F, in kcal/24 uur) en het gemiddelde lichaamsgewicht in gevangenschap (Wc, in grammen) met elkaar positief gecorreleerd (F = 0,1363Wc - 28,1085). De hoeveelheid opgenomen energie in gevangenschap was 4,3 maal zo hoog als het berekende energieverbruik onder standaard metabolische omstandigheden.


[close window] [previous abstract] [next abstract]