Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Eens M., Pinxten R. & Verheyen R.F. (1989) Temporal and sequential organization of song bouts in the Starling. ARDEA 77 (1): 75-86
De verschillende elementen van de spreeuwenzang, de tijdsduur ervan en de tijdsduur van de intervallen werden geanalyseerd. Uit deze analyse bleek dat mannetjes zeer lange en complexe zangbeurten zingen. Een zangbeurt bestaat uit een snelle opeenvolging van een groot aantal verschillende zangtypes. Mannetjesspreeuwen zingen met 'onmiddellijke variatie'. Er bestaan duidelijke individuele verschillen tussen de mannetjes in hun gemiddelde zangbeurtlengte en in hun 'singing rate'. Spreeuwenzangbeurten hebben een karakteristieke sequentiële organisatie. Ze zijn samengesteld uit 4 categorieën van zangtypes. Een zangbeurt begint nagenoeg altijd met een of meer fluittonen. Deze fluittonen worden gevolgd door een groot aantal variabele zangtypes die, op hun beurt, geleidelijk overgaan in ratel zangtypes. Een zangbeurt eindigt gewoonlijk met een serie van hoogfrequente zangtypes. Een gedetailleerde sequentiële analyse van een mannetje toonde aan dat de spreeuw een zeer gedetermineerde zanger is. Dat wil zeggen dat de verschillende zangtypes elkaar niet willekeurig opvolgen, maar een soortspecifiek patroon volgen. Repertoiregrootte varieerde van 43 tot 48 zangtypes. De zang van de Spreeuw is meer gevarieerd bij de aanvang van een zangbeurt dan aan het einde. Alhoewel de belangrijkste functie van de spreeuwenzang wellicht het aanlokken van wijfjes is, wordt er gesuggereerd dat verschillende zangtypes verschillende functies vervullen.


[close window] [previous abstract] [next abstract]