Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Duda N. & Chętnicki W. (2012) Conspecific brood parasitism is biased towards relatives in the Black-headed gull Croicocephalus ridibundus. ARDEA 100 (1): 63-70
Ondanks de vele gedetailleerde studies over de broedbiologie van meeuwen is er nog vrij weinig bekend over intraspecifiek broedparasitisme bij soorten van deze groep. Zo is binnen de familie van de Laridae slechts bij enkele van de 60 soorten vastgesteld dat vrouwen eieren leggen in nesten van soortgenoten. In deze studie hebben de auteurs gedurende twee jaar in het noordoosten van Polen met behulp van peptide- of proteïne-vingerprintkaarten de mate van broedparasitisme bestudeerd in twee kolonies van de Kokmeeuw Chroicocephalus ridibundus. Een peptidekaart maakt gebruik van het feit dat het eiwit in een ei slechts eiwitten bevat van de moeder. De vingerprint laat daarbij een uniek individueel patroon zien. De auteurs vonden dat in de twee populaties respectievelijk in 22% en 10% van de broedgevallen sprake was van intraspecifiek broedparasitisme. De vrouwen die hun eieren legden in de nesten van andere vrouwen, waren meer dan gemiddeld aan de geparasiteerde vrouw verwant. In slechts enkele gevallen werden vreemde eieren door de geparasiteerde vrouw verwijderd. In deze gevallen bleken de geparasiteerde en de parasiterende vrouw minder dan gemiddeld aan elkaar verwant te zijn. De auteurs stellen daarom dat bij Kokmeeuwen kin-selection hoogstwaarschijnlijk een belangrijke rol speelt bij intraspecifiek broedparasitisme.


[close window] [previous abstract] [next abstract]