Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Cianchetti Benedetti M., Fusani L., Bonanni R., Cardinale M. & Carere C. (2013) Condition-dependent nocturnal hypothermia in Garden Warblers Sylvia borin at a spring stopover site. ARDEA 101 (2): 113-119
Trekvogels zijn fysiologisch en gedragsmatig aangepast om grote ecologische barrières te overbruggen. Zo slaan ze, voordat ze aan de trek beginnen, vet en eiwitten op. Desondanks onderbreken de meeste zangvogels de trek om hun energievoorraad aan te vullen. Eerdere studies hebben laten zien dat magere vogels hun tussenstop verlengen in tegenstelling tot vogels in een betere conditie die al na korte tijd verder vliegen. Tijdens zo’n tussenstop kunnen magere vogels hun energie-uitgave beperken door de lichaamstemperatuur te verlagen (adaptieve hypothermie hypothese). Het is echter niet duidelijk of trekvogels hypothermie als een energiebesparende strategie inzetten of dat het een onoverkomelijk gevolg is van een slechte lichaamsconditie die slechts dient om verhongering te voorkomen. De auteurs gebruikten temperatuurloggers om de huidtemperatuur van 19 Tuinfluiters Sylvia borin te meten die in het voorjaar waren gevangen tijdens een tussenstop op het eiland Ponza in de Tyrreense Zee (Italië). Tijdens de nacht ware lichaamsconditie en activiteit positief gecorreleerd met de huidtemperatuur van de vogels. In magere vogels nam de lichaamstemperatuur geleidelijk af met 3°C (de afname was het sterkst halverwege de nacht), waarna er een herstel was naar de normale lichaamstemperatuur. Vogels in een slechte conditie verloren ’s nachts meer gewicht dan vogels in een goede conditie. De afname in lichaamsgewicht was het sterkst bij vogels die hun temperatuur het minst verlaagden. Deze metingen laten zien dat hypothermie samengaat met een slechte lichaamsconditie en dat hypothermie functioneel kan zijn om gewichtsverlies op de trek te beperken.


[close window] [previous abstract] [next abstract]