Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Schlicht E. & Kempenaers B. (2018) The immediate impact of ringing, blood sampling and PIT-tag implanting on the behaviour of Blue Tits Cyanistes caeruleus. ARDEA 106 (1): 39-50
Het nemen van een bloedmonster via de vleugelader en het onderhuids implanteren van zogenaamde PIT-tags (Passive Integrated Transponders) zijn veelgebruikte technieken in het hedendaags ornithologisch onderzoek. De langetermijneffecten van deze handelingen op in het wild levende vogels zijn al in detail bestudeerd, maar het blijft onduidelijk welke invloed ze hebben gedurende en meteen na de behandeling. Hier testen we de impact van deze procedures op de ademhalingsfrequentie en op gedragingen die samenhangen met pijn, stress en ongemak bij Pimpelmezen Cyanistes caeruleus. Tien in het wild gevangen Pimpelmezen werden in twee groepen verdeeld: vijf vogels werden gemeten, geringd en geïmplanteerd met een PITtag; daarnaast werd een bloedmonster afgenomen (verder aangeduid als ‘behandelde groep’). De andere vijf vogels werden op exact dezelfde manier behandeld, maar zonder in de ader van de vleugel te prikken en zonder een PIT-tag te implanteren (verder aangeduid als ‘controlegroep’). De ademhalingsfrequentie tijdens de behandeling verschilde niet tussen de behandelde en de controlegroep, maar de vogels in de behandelde groep toonden wel gedrag dat wijst op een acute stressgebeurtenis geassocieerd met een korte en matige pijn. Nadat ze waren vrijgelaten in een volière toonden de behandelde en de controlegroep geen verschil in gedrag. Bovendien toonde geen enkel individu gedrag dat kan wijzen op pijn of stress. In plaats daarvan foerageerden ze, streken ze hun verenkleed glad en verkenden ze de volière. Ze brachten wel veel tijd door met het pikken aan de aangelegde ringen. Onze resultaten suggereren dat bloedafname en implantatie van PIT-tags slechts geringe kortetermijneffecten hebben op Pimpelmezen. Het hanteren en ringen van de vogels kan echter aanzienlijke gedragsveranderingen veroorzaken, die mogelijk relevant kunnen zijn voor het dierenwelzijn en voor de kwaliteit van de verzamelde gegevens.


[close window] [previous abstract] [next abstract]