Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Tulp I., McChesney S. & De Goeij P. (1994) Migratory departures of waders from northwestern Australia: Behaviour, timing and possible migration routes. ARDEA 82 (2): 201-221
Door middel van veldwaarnemingen en radar fotografie is de wegtrek van steltlopers vanuit noordwest Australië bestudeerd. De betreffende soorten waren voornamelijk: Rosse Grutto Limosa lapponica, Zilverplevier Pluvialis squatarola en Grote Kanoet Calidris tenuirostris. De piek in de wegtrek trad op gedurende de tweede week van april. De meeste groepen vertrokken laat in de namiddag, ze vertrokken nooit tijdens hoog water. Een sterke correlatie is gevonden tussen de getijcyclus en de timing van vertrek. De meerderheid van de groepen vertrok in noordnoordwestelijke richting. Gegeven dat de volgende pleisterplaats van vooral de grotere soorten in oost en zuid China is (Barter & Wang 1990), is dit westelijker dan een grootcirkel route. Wind patronen langs twee mogelijke routes noordwaarts (een grootcirkel en een route langs de eilandenboog van zuidoost Azië) zijn geanalyseerd. Met het oog op terugvangsten van steltlopers, geringd in Australië, zouden vooral de kleinere soorten (Mongoolse plevier Charadrius mongolus, Woestijnplevier Charadrius leschenaultii, Roodkeelstrandloper Calidris ruficollis, Krombekstrandloper Calidris ferruginea, Breedbekstrandloper Limicola falcinellus, Terek Ruiter Xenus cinereus) een route langs de eilanden van zuidoost Azië kunnen nemen, terwijl van de grotere soorten (Zilverplevier, Grote Kanoet, Kanoet Calidris canutus, Rosse Grutto, Regenwulp Numenius phaeopus en (oosterse) Wulp Numenius madagascariensis) een meer rechtstreekse grootcirkel route naar China wordt verondersteld. De steltlopers kunnen een aanzienlijke rugwind ondervinden op beide onderzochte routes, maar veruit het voordeligst is de route langs de zuidoost-Aziatische eilanden. Schattingen van het vliegbereik tonen aan dat de kleinere soorten de 4.500-5.500 km naar oost en zuid China niet non-stop kunnen vliegen, terwijl de grotere soorten dit alleen kunnen op voorwaarde dat ze rugwind ondervinden.


[close window] [previous abstract] [next abstract]