Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Monros J.S., Belda E.J. & Barba E. (1998) Delays of the hatching dates in Great Tits Parus major: Effects on breeding performance. ARDEA 86 (2): 213-220
Vogels moeten ver van tevoren bepalen wat de beste tijd is om hun jongen groot te brengen. Als de vogels eenmaal met broeden zijn begonnen, liggen de volgende fasen namelijk min of meer vast. Een plotselinge en langdurige weersverandering zou het optimale moment van jongen grootbrengen kunnen verschuiven. De auteurs, die Koolmezen Parus major in een sinaasappelboomgaard in Spanje hebben bestudeerd, namen een koude periode waar in april 1994 (Fig. 1). Een deel van de mezen reageerde hierop door tijdelijk te stoppen met de nestbouw, eileg of broeden. Door deze interrupties kwamen de nesten later uit dan op grond van de begindatum van de broedpoging verwacht zou mogen worden. In de meeste gevallen was er sprake van een vertraging van enkele dagen, maar in een geval bedroeg de periode waarin gestopt werd met de eileg, maar liefst 14 dagen. De auteurs vonden geen aanwijzingen dat het slechte weer direct de eileg had bemoeilijkt. Legsels geproduceerd gedurende de periode van slecht weer, verschilden niet in grootte van legsels die ervoor of erna werden gelegd. Ook was er geen verschil in eigrootte voor en na de legpauzes van dezelfde vogels. De auteurs vermoeden dat het om een adaptieve respons gaat, waarbij de vogels de vertraging die het seizoen heeft opgelopen, proberen te compenseren door ook hun broedpoging te vertragen. Er was geen aantoonbaar verschil in het broedresultaat (Tabel 1) en de kans op productie van vliegvlugge jongen (Tabel 2) tussen vertraagde en niet-vertraagde mezen (Tabel 1). Wel was het zo dat een groot aantal nesten, dankzij de vertragingen, uitkwamen op een moment in het seizoen dat succesvolle jongen werden geproduceerd (Fig. 2).


[close window] [previous abstract] [next abstract]