Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Wingfield J.C. & Ramenofsky M. (1997) Corticosterone and facultative dispersal in responses to unpredictable events. ARDEA 85 (1): 155-166
Veel vormen van dispersie, zoals het verdwijnen uit territoria na het uitvliegen, de dagelijkse voedselvluchten, of de trek tussen broed- en overwinteringgebieden, hebben een zekere voorspelbaarheid en regelmaat. Daarnaast zijn er echter onverwachte omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot verplaatsingen of veranderingen van gedrag, bijvoorbeeld als gevolg van slechte weersomstandigheden of een plotseling afgenomen toegankelijkheid van de 'vertrouwde' voedselbronnen. Het resultaat kan zijn dat vogels hun broed- of winterterritoria moeten verlaten en op zoek gaan naar gebieden met betere omstandigheden. Dergelijke facultatieve verplaatsingen in reactie op plotseling veranderende omstandigheden zijn het onderwerp van dit artikel. Steeds vereisen de gebeurtenissen dat een individu voldoende reserves heeft om een bijzonder evenement te kunnen doorstaan, of het nu het eenvoudig doorstaan van een storm is, het uitwijken naar nabijgelegen alternatieve foerageergebieden of het vertrekken naar uitwijkplaatsen op tientallen of honderden kilometers afstand. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat het glucocorticosteroïde hormoon corticosteron, uitgescheiden door de bijnierschors van vogels, een belangrijke rol speelt bij de orkestratie van facultatieve fysiologische patronen en gedrag. De aanmaak van corticosteron kan worden verklaard doordat zo'n onverwachte omstandigheid tot stress kan leiden. Schrik en stress leiden tot aanmerkelijke toenames in de uitscheiding van adrenalineachtige stoffen, waarna bijvoorbeeld door een versnelde mobilisatie van suikers en afbraak van eiwitten en vet het dier fysiologisch beter in staat is de veranderde situatie het hoofd te bieden. Laboratoriumexperimenten met Witkruingorzen Zonotrichia leucophrys oriantha toonden aan dat een verminderd voedselaanbod leidde tot een extra uitscheiding van corticosteron. Deze uitscheiding leidt tot 'ontsnappingsgedrag', vergelijkbaar met dat van vogels betrokken bij invasies als gevolg van verminderd voedselaanbod in de gebruikelijke overwinteringgebieden. Veldwaarnemingen bevestigen dat verhoogde corticosteronspiegels bijvoorbeeld leiden tot een grotere bereidheid een nestelpoging op te geven, of tot vertrek uit overwinteringgebieden indien een dik pak sneeuw het voedsel onbereikbaar maakt. Als illustraties van dispersie onder 'onverwachte' omstandigheden worden de problemen geschetst die op de grond foeragerende Witkruingorzen en Grijze Junco's Junco hyemalis ontmoeten bij bijzondere sneeuwval en de reactie van Alkstormvogeltjes Pelecanoides urinatrix op zware storm. De rol van corticosteron is nog niet bij veel soorten en omstandigheden onderzocht, maar verdient volgens de auteurs meer aandacht. Een verhoogde corticosteronspiegel treedt zowel op bij Grijze Junco's die door een dik pak sneeuw gedwongen worden enkele meters verder te vliegen naar een voedertafel, als bij bijvoorbeeld Steppehoenders Syrrhaptes paradoxus aan de vooravond van een invasie naar duizenden kilometers verderop gelegen gebieden. De eventueel af te leggen afstand is niet het punt, maar het vertrek uit een vertrouwde omgeving en daardoor misschien wel het uiteenvallen van sociale structuren zijn aspecten die een vergelijkbaar radicale verandering betekenen voor vogels.


[close window] [previous abstract] [next abstract]