Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Bakker L., Van Der Wal R., Esselink P. & Siepel A. (1999) Exploitation of a new staging area in the Dutch Wadden Sea by Greylag Geese Anser anser: The importance of food-plant dynamics. ARDEA 87 (1): 1-13
In deze studie wordt het in gebruik nemen van Schiermonnikoog door Grauwe Ganzen Anser anser als herfst- en winterverblijf beschreven. Tot 1991 werden er slechts nu en dan Grauwe Ganzen op Schiermonnikoog gezien, maar in dat jaar pleisterden er ruim 500 ganzen op het eiland, in de jaren erna 700-900. De ganzen kwamen waarschijnlijk uit de Lauwersmeer, de naburige pleisterplaats op het vasteland, waar de herfstaantallen sinds 1985 stabiel zijn. Door het verschil in het moment van verzadiging van deze bronpopulatie en de toename van het aantal ganzen op het eiland, is in deze studie onderzocht of veranderingen op het eiland zelf van invloed kunnen zijn geweest op de komst van de ganzen. De voedselbeschikbaarheid op het eiland verbeterde als gevolg van vegetatiesuccessie. Twee potentiële voedselplanten, Reen Scirpus maritimus en Engels Slijkgras Spartina anglica, hebben zich in de periode voor de komst van de ganzen aanzienlijk uitgebreid. Op het eiland foerageren de Grauwe Ganzen op knolletjes van Scirpus en op wortelstokken van Spartina. Het aandeel oplosbare koolhydraten was in beide voedseltypen ongeveer 25% van het drooggewicht. Mogelijke negatieve effecten van het wroeten van Grauwe Ganzen op de Scirpus- en Spartina-velden lijken op dit moment beperkt. Roewel Grauwe Ganzen tegenwoordig de meeste tijd van het jaar op boerenland zitten, geeft deze studie aan dat ze tijdens de trek worden aangetrokken door natuurlijke habitats.


[close window] [previous abstract] [next abstract]