Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Robinson J.A. & Hamer K.C. (2000) Brood size and food provisioning in Common Terns Sterna hirundo and Arctic Terns S. paradisaea: Consequences for chick growth. ARDEA 88 (1): 51-60
Inter- en intraspecifieke verschillen in de aantallen jongen die door vogels worden grootgebracht, zijn gedeeltelijk een afspiegeling van de hoeveelheid voedsel die de oudervogels kunnen aanbrengen. Toch zijn voedselaanvoer en het aantal kuikens in een nest met proportioneel aan elkaar gerelateerd en worden individuele jongen in nesten met veel kuikens vaak minder frequent gevoerd dan jongen met minder nestgenootjes. De kleine legsels en de daarmee samenhangende geringe jaarlijkse productiviteit bij zeevogels wordt dikwijls in verband gebracht met de spaarzame en onvoorspelbare voedselbeschikbaarheid op zee. Het beperken van de legselgrootte (omdat voor een groter aantal jongen met voldoende voedsel zou kunnen worden aangebracht) is echter een tamelijk grove maatregel, zeker bij legsels die toch al uit weinig eieren bestaan. Een aanmerkelijk subtielere manier om de productie te verhogen, is na het bebroeden van een groter aantal eieren de groeisnelheid van enkele of alle jongen lager te houden, zodat toch in de dagelijkse voedselbehoefte kan worden voorzien. Zo zou een met 50% gereduceerde kuikengroei leiden tot een reductie van de dagelijkse voedselbehoefte met 40%. Er zijn echter ook nadelen aan een vertraagde groei, zoals een verminderde overleving na het uitvliegen en een toegenomen kwetsbaarheid van jongen voor grondpredatoren. Visdieven Sterna hirundo en Noordse Sterns S. paradisaea zijn verwante, kustbewonende soorten waarvan de legselgrootte mogelijk mede bepaald wordt door de vermogens van de ouders om voldoende prooien voor de jongen aan te dragen. In het hier beschreven onderzoek, uitgevoerd op Coquet Island (Northumberland, U.K.), werd bekeken in hoeverre de legselgrootte van invloed was op de aanvoer van vis door de oudervogels en wat de gevolgen van verschillen in voedselaanvoer waren voor de groeisnelheid en het uitvlieggewicht van de individuele kuikens in legsels van verschillende grootte. Bij beide soorten werden jongen in grote legsels frequenter gevoerd dan jongen in ~e~~re legsels. De jongen in de grotere legsels kregen individueel echter iets minder voedsel dan jongen in kleinere legsels en de groei bleef navenant achter. Het uitvlieggewicht was echter in alle gevallen gelijk. Dit werd bij grotere legsels bewerkstelligd door een latere datum van uitvliegen. Binnen de grotere legsels waren geen verschillen in groei aantoonbaar tussen de individuele jongen en eerder uitgekomen jongen, werden bijvoorbeeld met bevoordeeld ten koste van later uitgekomen nestgenootjes. De resultaten ondersteunen het idee dat fluctuaties in groeisnelheid van de jongen, als gevolg van verschillen in voedselaanvoer (een afspiegeling van voedselbeschikbaarheid) door deze sterns gebruikt worden om de jaarlijkse productie te maximaliseren.


[close window] [previous abstract] [next abstract]