NOU HAREN 2015
Het eerste congres voor en door Nederlandse ornithologen
vrijdag 30 januari - zondag 1 februari 2015
De Biotoop, Kerklaan 30, 9751 NN Haren

Voor het eerst in haar lange bestaansgeschiedenis organiseerde de NOU een meerdaags congres voor en door Nederlandse ornithologen. Zo'n 160 (amateur)vogelonderzoekers ontmoetten elkaar van 30 januari t/m 1 februari in De Biotoop in Haren (Gr.). Tellers, ringers, professionele onderzoekers, amateurs en beschermers luisterden naar elkaars verhalen, volgden workshops, gingen in discussie en praatten bij. De sfeer was opgewonden enthousiast, en zelfs de haperende verwarming kon daar geen verandering in brengen.

Springlevend
Dat de ornithologie in Nederland springlevend is, bleek wel uit de hoeveelheid deelnemers van dit eerste congres van de Nederlandse Ornithologische Unie. Vrijdagavond 30 januari opende Joost Tinbergen het congres met een kort overzicht van de geschiedenis van de NOU. Al snel kreeg Christiaan Both het woord, die de laatste stand van zaken van het onderzoek naar klimaatverandering en Bonte Vliegenvangers toelichtte. De wat koude collegezaal in De Biotoop deed de luisteraars meteen naar het warme West-Afrika verlangen, waar onze vliegenvangers nu verblijven en waar ze eigenlijk nog veel beter onderzocht zouden moeten worden. Maar ook daar wordt aan gewerkt door Nederlandse onderzoekers.

Voor amateurs
Het congres was een mooie mix van verhalen van gedreven amateurs en doorgewinterde onderzoekers. Hein Verkade liet bijvoorbeeld zien hoe zijn intensieve tellingen van gierzwaluwnesten in verhouding staan tot het aantal vliegende Gierzwaluwen. Egbert Boekema noteerde jarenlang de zangactiviteit van zangvogels in Groningen en bracht verschuivingen in de pieken in beeld. 'Amateurs, zo moeten we de mensen hier niet noemen. Vrijwilligers gaan vaak erg professioneel aan de slag', zei Sjoerd Dirksen. Hij vertelde over hoe de Werkgroep Casarca Nederland de herkomst van de Nederlandse ruiers al aardig in de smiezen heeft. Veel verhalen lieten mooi zien hoe samenwerking van vrijwilligers en onderzoekers tot prachtige resultaten kan komen. Juist dat is de kracht van de NOU.

Zelf aan de slag
Na de presentaties waren er allerlei workshops. Bruno Ens legde uit hoe het aflezen van kleurringen in z'n werk gaat. De meest spectaculaire sessie was ongetwijfeld die van Kees Camphuysen: hij had tientallen lijken van Zeekoeten meegenomen. Gezonde vogels, die verstrikt in een visnet waren geraakt. 1200 gram zeevogel, met bijzonder kleine vleugels. Ze werden nauwkeurig van buiten en van binnen onderzocht door de deelnemers. En dan de workshop van Willem van Manen en Jan van Diermen: over hoe je zelf de populatie Haviken en Sperwers in je omgeving nauwkeurig kunt volgen en de dynamiek ervan ontrafelen kunt. Voor de vroege vogels waren er ringsessies op het terrein waar deelnemers kennis konden maken met het fenomeen vogels ringen, een onmisbare basistechniek voor veel vogelonderzoekers.

Smaakt naar meer
Vrijwel unaniem waren de deelnemers in hun oordeel over het congres: 'zeer geslaagd, en graag volgend jaar weer!' Het NOU bestuur zal zich snel buigen over de wijze waarop dit congres een vervolg gaat krijgen, maar vast staat dat het zeker niet bij deze eerste keer zal blijven.

Voor een fotoimpressie van het congres: klik hier.

groepsfoto lezingen vogels snijden samen eten samen swingen
vogels vangen vogels ringen posters slotlezing excursie