Persoonlijkheid van koolmezen – Kees van Oers

Bij het observeren van verschillende vogelsoorten valt direct op dat ze variëren in hun gedrag. We kennen bijvoorbeeld die “agressieve Nijlgans”, die “nieuwsgierige Kauw” en die “hyperactieve strandlopertjes”. Als we echter nog een stap verder gaan, dan zien we ook dat niet elke vogel binnen een soort hetzelfde is. Bij dieren in gevangenschap waren we hier al langer van bewust, maar wetenschappelijk onderzoek aan deze karaktereigenschappen of persoonlijkheden is iets wat pas de laatste 20 jaar van de grond is gekomen. Gedurende de eerste jaren was men vooral bezig om goede methodes te ontwikkelen om zoiets abstracts als “karakter” of “persoonlijkheid” te kwantificeren en te beschrijven. In de laatste jaren verschuift het onderzoek naar het beantwoorden van fundamentelere vragen als: “wat zijn de consequenties van de individuele verschillen” en “wat zijn de onderliggende mechanismen die bepalen of een dier voorzichtig is of brutaal”. De koolmees is een perfecte soort voor dit type onderzoek. We kunnen koolmezen het hele jaar individueel volgen in natuurlijke populaties en dit combineren met gedetailleerd onderzoek in gevangenschap. Door middel van steeds verder ontwikkelde technieken in zowel het lab als ook in het veld, krijgen we een beter beeld van de individuele koolmees; wat de beweegredenen zijn voor zijn beslissingen en de gevolgen voor overleving en fitness. Zo hebben we het hele genoom van de koolmees gesequenst, kunnen we individuen wekenlang op de seconde volgen door middel van actieve zenders en komen we meer te weten over samenhang van gedragseigenschappen door in gevangenschap te selecteren op extreme waarden in gedrag. In ons lange-termijn onderzoek naar persoonlijkheden van koolmezen hebben we gevonden dat deze persoonlijkheids-verschillen door een samenspel van de omgeving en de genen worden veroorzaakt. Ook is het ons nu duidelijk dat persoonlijkheid aan de basis ligt van variatie in vele andere kenmerken, zoals reproductie en overleving. Toch blijven er nog veel vragen open omtrent het behoud van deze variatie en weten we nog weinig over de evolutionaire achtergrond.

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet: Hoe ouderwets veldwerk en nieuwe technologie elkaar versterken – Judy Shamoun

We leven in een tijd waarin we veranderingen in het “systeem” Aarde kunnen waarnemen vanuit de ruimte. Zo kunnen we 24/7 het gedrag van vogels in het wild meten zonder naar buiten te gaan, en hun wereldwijde migratieroutes in kaart brengen en modelleren. Technologie heeft ons vermogen om vogels in hun natuurlijke omgeving te bestuderen sterk bevorderd, en daarmee nieuwe aspecten van hun gedrag en levensloop geopenbaard. Maar hoe kunnen we ervoor zorgen dat deze technologie ons ook echt dichterbij brengt bij het begrijpen van de systemen die we bestuderen, zonder ons los te koppelen van de werkelijkheid? Ik laat een paar voorbeelden zien over hoe in ons onderzoek technologische vooruitgang en veldwerk elkaar aanvullen om ons begrip van de interacties tussen vogels en hun omgeving te verbeteren. Ik neem jullie bijvoorbeeld mee naar ons zenderonderzoek met meeuwen aan de kust, en ons radaronderzoek over migrerende zangvogels en overwinterende watervogels. Ik laat zien waarom, bij hi-tech onderzoek, mensen in het veld nog steeds nodig zijn, en hoe zij bijdragen aan het onderzoek op veel verschillende manieren. De combinatie van technologie en veldwaarnemingen kan ons voorzien van nieuwe inzichten en inspiratie. Het creëert een krachtig samenspel dat we kunnen gebruiken om een fascinatie en passie voor de natuur om ons heen te bevorderen.