Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

VERBEYELEN G & WAUTERS L (1997) Nederlandse Ornithologische Unie: Themadag Effecten van habitatversnippering op vogels en zoogdieren: Habitatversnippering en eekhoorns: een vergelijking met vogelstudies. LIMOSA 70 (1): 38-38.

Eekhoorns zijn typische bewoners van uitgestrekte wouden van Noord- en Centraal Europa. In grote delen van West-Europa echter is hun habitat sterk versnipperd. Om meer inzicht te krijgen in het functioneren van eekhoornpopulaties in bosfragmenten werd in 1991 gestart met een studie naar de populatiedynamiek en de genetische variatie in vijf kleine bosfragmenten waarvan de grootte varieerde tussen 35 en 60 ha. De situatie kon dan vergeleken worden met deze in twee grote bosgebieden (> 300 ha). Uit de vergelijking van de demografie bleek dat er geen verschil was in overleving en voortplanting tussen kleine en grote bossen. Er was echter wei een lagere immigratie in de fragmenten, die niet volledig gecompenseerd werd door de iets hogere lokale recrutering. Dit leidde tot lagere dichtheden in de bosfragmenten (ook gevonden bij de Boomklever).
      Wat betreft fenotypische kenmerken, zijn Eekhoorns in fragmenten iets kleiner en wegen ze iets minder (niet significant) dan in grote bossen. Er was een hogere mate van fluctuerende asymmetrie in de fragmenten, maar dit was niet gecorreleerd met de mate van genetische variatie in de verschillende populaties. Ook bleken in de fragmenten succesvol reproducerende wijfjes en zwaardere Eekhoorns minder asymmetrisch te zijn, een relatie die niet werd teruggevonden in de grote bossen. Een belangrijk effect van habitatfragmentatie op Eekhoorns blijkt dus te zijn dat er kleine lokale populaties worden gevormd waartussen weinig gene flow plaatsvindt. .Aangezien de versnippering lijkt te werden op het niveau van de recrutering, is het noodzakelijk meer inzicht te krijgen in factoren die de vestiging van jonge Eekhoorns bepalen, die Eekhoorns aanzetten te disperseren en die het dispersiesucces bepalen. Vandaar dat m .1994 werd gestart met een intensieve studie van de dispersie en populatiedynamiek van Eekhoorns in een 'archipel' van bosfragmenten tussen 4 en 55 ha (figuur 3).
      Uit enkele voorlopige resultaten blijkt dat sommige van de bosjes permanent bezet zijn, andere tijdelijk of nooit. In de meeste van deze fragmenten zijn de dichtheden ook zeer laag. Er is een oneven sex ratio in sommige van de bosjes, wat later zou kunnen leiden tot lokaal uitsterven. Tussen de fragmenten vindt dispersie plaats, zij het in beperkte mate, en er zijn meer juvenielen die zich filopatrisch vestigen dan in grote bossen. Verder onderzoek zal meer inzicht geven in het verloop van dispersie en vestiging en het belang van landschapsstructuur en connectiviteit.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 70.1 1997
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster