Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Madsen J. (2001) Spring migration strategies in Pink-footed Geese Anser brachyrhynchus and consequences for spring fattening and fecundity. ARDEA 89 (1): 43-55
Individuele variaties in voorjaarstrekstrategieen werden onderzocht door Kleine Rietganzen Anser brachyrhynchus van halsbanden te voorzien en door deze dieren gedurende 1990-97 te volgen vanaf hun vertrek uit Denemarken, hun verblijf op twee pleisterplaatsen in Noorwegen (Trondheimsfjord en Vesteralen) tot aan het vertrek naar de broedplaatsen op Spitsbergen. De lichaamsconditie van de gemerkte vogels werd geschat aan de hand van de abdominal profile index (de mate van hangbuik), vlak voor het vertrek uit Denemarken en voor vertrek uit de meest noordelijke pleisterplaats, Vesteralen, waar vrijwel alle ganzen een tussenstop maken alvorens naar Spitsbergen door te vliegen. Het broedsucces van de gemerkte ganzen werd vervolgens bepaald bij terugkeer in de herfst (aantal jongen). Trondheimsfjord heeft aan betekenis gewonnen als pleisterplaats en tussenstation sinds het einde van de jaren tachtig, kennelijk als aanvulling op de mogelijkheden in het meer traditionele gebied van Vesteralen. In de jaren negentig arriveerden de eerste ganzen in Trondheimsfjord steeds vroeger in april, maar de aankomst van de hoofdmacht veranderde niet. De eerste vogels in Vesteralen kwamen eveneens steeds vroeger, aanvankelijk begin mei, later eind april. De gemerkte ganzen werden onderverdeeld naar vijf verschillende trekstrategieen, varierend van vroeg vertrekkende ganzen uit Denemarken die intensief van de pleisterplaats in Trondheimsfjord gebruikmaakten en slechts kort in Vesteralen pleisterden (een nieuwe strategie), tot laat uit Denemarken vertrekkende ganzen die direct doorvlogen naar Vesteralen (traditionele strategie). In de jaren 1990-97 vertrokken de meeste gemerkte ganzen laat uit Denemarken, maar de meerderheid onderbrak de trek zowel in Trondheimsfjord als in Vesteralen. De keuze voor een bepaalde strategie bleek niet in verband te staan met leeftijd, geslacht, sociale status of lichaamsconditie voor vertrek uit Denemarken, maar veel ganzen bleken behoorlijk trouw te zijn aan een eenmaal gekozen patroon. Vrijwel alle vroeg vertrekkende ganzen die Trondheimsfjord als pleisterplaats gebruikten, veranderden het jaar erop van strategie, terwijl slechts 26-37% van de laatvertrekkende ganzen het volgende jaar hun datum van vertrek veranderden. Alle ganzen die Vesteralen in een slechts lichaamsconditie verlieten, pasten hun trekgedrag bet volgende seizoen aan, terwijl ganzen die op voldoende gewicht naar Spitsbergen vlogen, niet de neiging hadden om bet volgende jaar bun trekgedrag te veranderen. De gegevens suggereren dat er een fitness kostenpost verbonden is aan bet gebruik van de vroege strategie en het gebruik van Trondheimsfjord als pleisterplaats. Omdat de ganzen kennelijk nog steeds hun precieze strategie veranderen, lijkt bet erop dat de ganzen de omstandigheden in de verschillende gebieden beoordelen, vermoedelijk reagerend op ervaringen bij het opvetten in elk van de gebruikte gebieden, en dat de geschiktheid van Trondheimsfjord 'getest' werd en wordt als pleisterplaats.


[close window] [previous abstract] [next abstract]