Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Kruijt J.P. & Hogan J.A. (1967) Social behavior of the lek in Black Grouse, Lyrurus tetrix tetrix (L.). ARDEA 55 (3-4): 203-240
In dit artikel worden waarnemingen behandeld die werden verzameld gedurende vier voorjaarsseizoenen op twee baltsplaatsen of leks van Korhoenders. Beide leks bevinden zich bij het Fochtelodrveen in FryslGn. Ongeveer tweederde van de 12 hanen die zich op iedere lek bevonden waren territoriaal, d.w.z. deze hanen verdedigden een bepaald stukje grond tegen naburige hanen. De andere hanen bezaten zulk een grondgebied niet. Het kleinste territorium mat ongeveer 100 m2, het grootste meer dan 4.000 m2. De grenzen van deze territoria veranderden maar weinig gedurende ieder voorjaar en bleven zelfs van jaar tot jaar tamelijk constant. Alle territoriale hanen hadden ongehinderd toegang tot hun eigen territorium; zij overschreden hun grenzen alleen onder bijzondere omstandigheden en werden daar dan door naburige hanen verjaagd. Aangezien geen enkele van deze hanen speciale voorrechten geniet voor wat betreft de toegankelijkheid tot andere territoria kan geconcludeerd worden, dat zij blijkbaar alle op de lek dezelfde sociale status of rang bezitten, hoewel de mogelijkheid bestaat dat buiten de lek verschillen in status bestaan. De territoriale hanen kunnen worden onderverdeeld in centrale hanen en randhanen. Hoewel het onderscheid tussen beide klassen niet altijd scherp te trekken is, kunnen zij worden onderscheiden doordat de centrale hanen in het algemeen kleinere territoria in het centrum van de lek hebben, doordat zij vaker en langer op de lek aanwezig zijn, doordat zij minder vaak buiten de lek baltsen, en doordat zij vaker dan de randhanen agressief gedrag vertonen. Hanen zonder territorium worden indringers genoemd omdat zij vaak het grondgebied van territoriale hanen binnendringen waar zij meestal worden weggejaagd; om deze reden wordt geconcludeerd, dat deze hanen (die vaak, hoewel niet altijd, eenjarig zijn) een lagere sociale status hebben dan de territoriale hanen. Indringers zijn vaak afwezig; zij bezoeken de lek op ongeregelde tijdstippen. Wanneer zij aanwezig zijn kunnen zij dezelfde vecht-, dreig-, en baltsgedragingen vertonen als territoriale hanen. In de loop der tijd kan een indringer van status veranderen door zich een territorium te veroveren, meestal aan de rand van de lek. Twee van dergelijke gevallen worden beschreven. De hennen beginnen de lek regelmatig te bezoeken in april; de meeste copulaties vinden plaats in de tweede helft van april, gewoonlijk omstreeks zonsopgang. Bij het bezoek van een hen aan een territorium vertoont de bezittende haan speciale baltshandelingen: de omlaag houding en het cirkelen, welke laatste handeling kan leiden tot de copulatie. Beide handelingen worden begeleid door het koeren dat echter ook bij afwezigheid van hennen optreedt. Naburige hanen probeerden te interfereren in meer dan een derde van de waargenomen copulaties, maar dit leidde slechts zelden tot een werkelijke interruptie. Gedurende hun aanwezigheid op de lek bezoeken de hennen meestal verscheidene territoria en zij hebben daarbij een sterke neiging elkaar op te zoeken en in groepjes rond te lopen. De hennen beantwoorden de balts van de hanen o.a. door te hurken; zij kunnen dat bij verschillende hanen doen en vele malen bij eenzelfde haan. Wanneer een cirkelende haan een hurkende hen benadert en tracht op te stappen, bedindigt de hen vaak de hurkhouding en ontloopt de haan. Door te blijven hurken, stelt zij de haan in staat om op te stappen en te copuleren; op deze wijze bepaalt de hen tenslotte haar keuze voor een copulatiepartner. Hennen copuleren meestal eenmaal per bezoek, in enkele gevallen meer dan eens. In een geval werd waargenomen dat een hen gedurende haar bezoek met twee verschillende hanen copuleerde. Waarschijnlijk brengt de hen slechts een- of tweemaal een bezoek aan de lek waarbij een copulatie optreedt. In het hoogseizoen hadden de hennen een duidelijke voorkeur voor de territoria die in het centrum van de lek waren gelegen. Meer dan 85% van de copulaties werd volvoerd door de centrale hanen; de rest door randhanen. Er werden geen copulaties van indringers gezien. De factoren die ten grondslag zouden kunnen liggen aan de voorkeur van hennen voor centrale hanen worden besproken. Mogelijk wordt de keuze van de hen bennvloed door de grotere dichtheid van hanen in het centrum, door de neiging van centrale hanen om onderling meer agressieve contacten te hebben en doordat centrale hanen gedurende de balts een betere tactiek tegenover de hen vertonen. Verder onderzoek is hierover nodig. De jaarlijkse periodiciteit van het baltsvertoon op de lek wordt kort besproken. Waarschijnlijk bezoeken territoriale korhanen de lek iedere dag gedurende het grootste deel van het jaar. Enke1e resultaten van proeven met opgezette korhoenders worden beschreven.


[close window] [previous abstract] [next abstract]