Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Nur N. (1988) The cost of reproduction in birds: an examination of the evidence. ARDEA 76 (2): 155-168
In theoriedn over de evolutie van life history strategies spelen de kosten van voortplanting een belangrijke rol. Deze kosten zijn gedefinieerd als verminderde overlevingskans van de ouder of als verminderde toekomstige productie van jongen bij een volgend legsel. Verscheidene auteurs van overzichtsartikelen op dit gebied hebben echter geconcludeerd dat in het bijzonder de idee dat de overlevingskans afneemt indien het legsel groter wordt of indien het aantal jongen toeneemt, zonder substantieel bewijs is. Dientengevolge heeft een aantal van hen de mate van belangrijkheid van de voortplantingskosten als selectiefactor in de loop van de evolutie in hun verklaringsmodellen geminimaliseerd. De auteur bespreekt zes studies waarin broedselgrootte experimenteel werd gemanipuleerd, waarvan vijf aanwijzingen geven over die voortplantingskosten; van de zesde studie was de experimentele opzet zodanig dat het eventuele effect van de broedselgrootte op de overlevingskans moeilijk te ontdekken zou zijn geweest. Het is moeilijk om correlaties tussen de overleving van volwassen individuen en natuurlijke (ongemanipuleerde) broedselgrootte te interpreteren omdat het waarschijnlijk is dat vrouwtjes hun legselgrootte veranderen als reactie op omstandigheden in hun omgeving of op veranderingen in hun lichamelijke conditie. Tengevolge van deze fenotypische aanpassing van legselgrootte is er een tendens dat de grootste legsels worden grootgebracht onder de beste condities en juist dit laatste bennvloedt ook de waargenomen overleving. De auteur presenteert een model dat voorspelt dat als de vrouwtjes hun legselgrootte optimaal aanpassen aan de omstandigheden (extern of lichaamsconditie) er een positieve correlatie ontstaat tussen legselgrootte en waargenomen overleving, zelfs als er sprake is van voortplantingskosten. De auteur bespreekt vervolgens vier studies waarin niet ingegrepen werd in legsel- of broedselgrootte. Alle vier studies wijzen erop dat er een adaptieve aanpassing is wat betreft legselgrootte en/of dat er kosten zijn verbonden aan de voortplanting. Campbell's gegevens over de Bonte Vliegenvanger zijn opnieuw geanalyseerd, en zijn gegevens tonen nu een significante negatieve correlatie tussen broedselgrootte en de overleving van het vrouwtje en ook een significante variatie van jaar tot jaar wat betreft deze correlatie. Het zou kunnen zijn dat de adaptieve aanpassing van de legselgrootte belangrijker is voor oudere broeders dan voor vogels die de eerste keer broeden. De auteur trekt de conclusie dat de hypothese dat het grootbrengen van grotere broedsels geassocieerd zou zijn met (hogere) voortplantingskosten, goed wordt ondersteund door empirische gegevens.


[close window] [previous abstract] [next abstract]