Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Spaans A.L. (1975) The status of the Wood Stork, Jabiru, and Maguari Stork along the Surinam coast, South America. ARDEA 63 (3-4): 116-130
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van het voorkomen van de drie ooievaarsoorten van de Nieuwe Wereld langs de kust van Suriname (Fig. 1), voornamelijk gebaseerd op geregelde luchtverkenningen in 1970-1973. Van de drie soorten was de Houtooievaar, ook wel Schimmelkopooievaar of Amerikaanse Nimmerzat genoemd, (Sur. Nengrekopoe) Mycteria americana het talrijkst (maximum aantal gedurende de waarnemingsperiode 3.750 ex. in mei 1970). De Jabiroe (Sur. Blaasman) Jabiru mycteria werd in veel kleinere aantallen gezien (maximum aantal gedurende de waarnemingsperiode ruim 100 ex. in juni 1971). De Maguari Ooievaar (Sur. Rode Poot) Ciconia maguari werd slechts twee keer waargenomen, beide malen in mei. De Houtooievaar en de Jabiroe blijken discontinu langs de kust verspreid te zijn (Fig. 2 en 4). Het voorkomen van de eerste soort is voornamelijk beperkt tot het Coroniezwamp in het westen en de moerassen tussen Katkreek en Motkreek in het oosten, twee moerasgebieden die gekenmerkt worden door grote oppervlakten open water. Van de Jabiroe werden de grootste aantallen gezien in het Coroniezwamp en in de moerassen tussen het Matapicakanaal en Krofajapasi. De soort werd echter ook geregeld, zij het in kleinere aantallen, waargenomen in de kustmoerassen tussen de Coppename en de Surinamerivier en in de moerassen ten oosten van Motkreek. Beide soorten bleken in de grote droge tijd te broeden (Fig. 3 en 5). In oktober 1970 werd nabij het Tapoeripakanaal een broedkolonie van ongeveer 400 nesten van de Houtooievaar gevonden. In 1971 en 1972 verliet echter de gehele populatie aan het begin van de grote droge tijd het kustgebied om elders te broeden. Van de Jabiroe, die solitair broedt, werden 3 nesten gevonden, die alle in hoge Kapokbomen (Sur. Kankantri) Ceiba pentandra lagen. Van de drie soorten zijn de Jabiroe en de Maguari Ooievaar krachtens het Jachtbesluit van 1970 binnen het jachtgebied het gehele jaar door beschermd. De Houtooievaar wordt in het Jachtbesluit echter aangemerkt als jachtwild, waarop de jacht is toegestaan van 1 september tot 1 mei, een periode waarin blijkens de resultaten van dit onderzoek juist het broedseizoen van deze soort valt. Dit is uit natuurbeschermingsoogpunt uiteraard een hoogst ongewenste situatie. Een wijziging van het Jachtbesluit op dit punt is dringend gewenst1). Daar brakwatermoerassen met grote oppervlakten open water, de voorkeursbiotoop van de Houtooievaar, Jabiroe en een aantal andere grote visetende watervogels langs de kust van Suriname, in geen van de drie bestaande natuurreservaten langs de kust voorkomen, zou de aanbeveling verdienen een vierde reservaat aan te wijzen om het voortbestaan van de kustpopulaties van deze watervogels te verzekeren.


[close window] [previous abstract] [next abstract]