Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Walters J. (1979) The onset of the postnuptial moult in the Common Tern Sterna hirundo near Amsterdam. ARDEA 67 (1-2): 62-67
In een kolonie bij Amsterdam werd in 1977 en 1978 het begin van de rui van slag- en staartpennen bij de Visdief bestudeerd. Twee methoden werden toegepast: registratie van ruiscores aan broedende vogels en inzameling van vers geworpen pennen. Speciale aandacht werd aan de determinatie van de ingezamelde pennen besteed. De conclusies over het begin van de rui bij deze soort in Stresemann & Stresemann (1966) worden in het algemeen bevestigd en de volgende meer nauwkeurige en aanvullende gegevens konden worden verkregen. De rui van de grote slagpennen begon met de binnenste pen (p.l) op 3-6 juli, gevolgd door de eerste p.2 op 6-10 juli. De eerste p.3 werden vastgesteld op 10-15 juli, de eerste p.4 18-22 juli en de eerste p.5 op 31 juli. Geen enkele p.6 werd aangetroffen, maar de aantallen aanwezige sterns waren in augustus al erg laag. Vanaf 17 en 18 juli werden enkele buitenste kleine slagpennen gevonden. De rui van de staartpennen begon vlak voor die der grote slagpennen in begin juli. Gemiddeld genomen - maar met uitzonderingen - was de volgorde van de rui: t.l (binnenste), t.2, t.3, t.6 (buitenste), t.4 en t.5. De eerste t.6, t.4 en t.5 werden in de tweede week van juli verzameld. De meerderheid van de sterns begon met de rui na het vliegvlug worden van hun jongen of na mislukt broeden, maar in juli had 20% van de late broeders begin van rui in de grote slagpennen en zelfs 71% in de staartpennen.


[close window] [previous abstract] [next abstract]