Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Summers R.W., Piersma T., Strann K.B. & Wiersma P. (1998) How do Purple Sandpipers Calidris maritima survive the winter north of the Arctic circle? ARDEA 86 (1): 51-58
Paarse Strandlopers overwinteren langs de rotskusten van Noord-Europa, zelfs tot ver boven de poolcirkel in Noord-Noorwegen. Ze eten kleine schelp- en schaaldieren. Eerder onderzoek in Schotland had laten zien dat ze, in tegenstelling tot de meeste steltlopers in estuariene gebieden, in de winter geen verhoogde gewichten hebben. De interpretatie luidde dat deze vogels geen vet behoeven op te slaan om perioden zonder voedsel te overbruggen, omdat langs de winterse Noord-Europese rotskusten het voedsel altijd beschikbaar is. Maar zou dat ook nog gelden voor Paarse Strandlopers die op 66°NB in de Varangerfjord overwinteren? Van een tiental, dat tijdens een ijzige kannonnetvangst in maart 1992 per ongeluk om het leven kwamen, werd de lichaamssamenstelling op orgaanniveau onderzocht en vergeleken met de eerdere metingen aan Schotse vogels. De Noorse overwinteraars bleken wat groter te zijn en hadden proportioneel iets meer vet (6.5% in de Varangerfjord ten opzichte van 4.3% in Schotland). De grootste verschillen werden echter gevonden in het vetvrije gewicht van verteringsorganen. De darm en de lever waren, gecorrigeerd voor structurele grootteverschillen, 50% en 30% groter bij Paarse Strandlopers uit Noord-Noorwegen dan bij de vogels uit Schotland. Geconcludeerd wordt dat de voedselbeschikbaarheid op de twee plaatsen vergelijkbaar is, maar dat de hogere 'verblijfskosten' boven de poolcirkel (die op grand van aangepaste energie-uitgave modellen voor Kanoetstrandlopers 30% hoger wordt ingeschat), een grotere verteringscapaciteit en dus grotere organen nodig maken.


[close window] [previous abstract] [next abstract]