Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Voslamber B., Platteeuw M. & van Eerden M.R. (2010) Individual differences in feeding habits in a newly established Great Egret Casmerodius albus population: key factors for recolonisation. ARDEA 98 (3): 355-363
De Grote Zilverreiger Casmerodius alba was in de 19de eeuw bijna geheel uit Nederland verdwenen. Sinds de jaren zeventig van de 20ste eeuw neemt de soort hier weer in aantal toe. In de eerste 25 jaar van de hervestiging was er nauwelijks sprake van populatiegroei. Vanaf 2000 echter nam in de Oostvaardersplassen het aantal broedparen plotseling snel toe naar een voorlopig maximum van 143 paren in 2006. Deze ontwikkeling volgde op het beschikbaar komen van een flink areaal nieuw, helder en ondiep moerasgebied in de aanvankelijk droge randzone in 1997. Gedurende de eerste periode van vestiging met stagnerende populatiegroei (1975–99) is in de Oostvaardersplassen de voedselecologie van de vogels onderzocht om na te gaan welke factoren van belang zijn voor een gezonde populatie. Waarnemingen aan foeragerende vogels werden uitgevoerd in de jaren 1987–92. De Grote Zilverreigers foerageerden vooral in het natuurreservaat. Van mei tot juni zochten ze hun voedsel in sloten, vanaf augustus langs de rietoevers van ondiepe poelen en in het droge grasland. In de sloten vormden Driedoornige Stekelbaarsjes Gasterosteus aculeatus, andere kleine visjes, kikkers en kikkervissen het belangrijkste voedsel (91,4% van alle prooien). In de ondiepe poelen vingen de vogels bijna uitsluitend stekelbaarsjes en in het grasland Veldmuizen Microtus arvalis. Eén vogel foerageerde achter vissersboten, waar hij 10–20 cm grote Baarzen Perca fluviatilis en Blankvoorns Rutilus rutilus ving. Een Grote Zilverreiger die stekelbaarsjes vangt, moet 1,5 tot 3 uur foerageren om zijn dagelijkse behoefte gedekt te krijgen. Voor een vogel die de vissen achter vissersboten oppikt, zijn 15 minuten foerageren al voldoende. De vogel die deze tactiek toepaste, verloor echter veel energie met vliegen. Voor het merendeel van de Grote Zilverreigers vormen ondiepe, heldere sloten en poelen met voldoende jonge stekelbaarsjes en dekking door rietoevers en opgaande waterplanten de optimale voedselhabitat. De belangrijkste oorzaak voor de recente explosieve groei van de broedpopulatie is dus waarschijnlijk te vinden in de aanleg van het nieuwe moeras met helder water in de randzone, binnen vliegafstand van de ongestoorde en ontoegankelijke broedplaatsen. Deze bevindingen zijn van belang voor het uitvoeren van ecologisch herstel van wetlandsystemen elders in Nederland.


[close window] [previous abstract] [next abstract]