Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Kristiansen J.N. (1998) Egg predation in reedbed nesting Greylag Geese Anser anser in Vejlerne, Denmark. ARDEA 86 (2): 137-145
In het natuurreservaat Vejlerne in het noordwesten van Denemarken werd onderzocht in hoeverre de daar in rietlanden nestelende Grauwe Ganzen Anser anser te lijden hadden van predatie van de eieren door vogels en (land-) zoogdieren. Aangenomen werd, dat de toegankelijkheid van de rietlanden en de zichtbaarheid van de nestplaats belangrijke aspecten waren waardoor de kans op predatie van het legsel werd beïnvloed. Het al dan niet uitkomen van de eieren werd afgeleid van sporen op en rond het nest (het uiterlijk van de eierdoppen, sporen van predatoren), tijdens een bezoek kort nadat de ganzen met hun jongen uit het gebied verdwenen waren. In het reservaat werden de broedresultaten en predatiekansen vergeleken in drie deelgebieden (Selbjerg/ Glombak Vejle (SGV), Bygholm Nord Rørskov (BNR) en Tømmerby Fjord (TF); Fig. 1). Gemiddeld kwam in het gehele gebied 34% van de legsels uit (spreiding 26% in TF, 53% in BNR; Tabel 1), terwijl eveneens 34% van de nesten voortijdig bleek te zijn verlaten. In Tømmerby Fjord werd liefst 20% van de legsels door vogels gepredeerd, terwijl dit aandeel in Selbjerg en Bygholm respectievelijk 2% en 0% bedroeg. De belangrijkste predator was vermoedelijk de Bonte Kraai Corvus corone cornix, die in T0mmerby Fjord veel geschikte nestgelegenheid bleek te hebben. De predatie van legsels door zoogdieren was laag in de twee gebieden waar greppels en sloten natuurlijke barrières vormden (6% in BNR, 7% in TF). In Selbjerg/Glombak Vejle werd 26% van de legsels door zoogdieren gepredeerd. De belangrijkste predatoren in Vejlerne waren Vos Vulpes vulpes en Bunzing Mustela putorius of Amerikaanse Nerts M. vison. Het bleek dat deze zoogdieren handig gebruik maakten van 'paden' in de rietlanden die veroorzaakt werden door rietsnijders in het gebied, waardoor zonder al te veel inspanning de broedplaatsen met de hoogste dichtheden ganzen konden worden bereikt. Aangetoond werd dat een nest een veel grotere kans liep om door zoogdieren geplunderd te worden wanneer in de onmiddellijke omgeving ook andere nesten bezocht waren. De meeste succesvolle nesten werden aangetroffen op grote afstand van dergelijke 'toegangswegen' en in gebieden met relatief dichte vegetatie.


[close window] [previous abstract] [next abstract]