Ardea Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union |
Fernández-Eslava B., Alonso D., Galicia D. & Arizaga J. (2024) Post-juvenile moult of the Red Crossbill Loxia curvirostra: differences in relation to sex and colour patterns. ARDEA 112 (1): 143-152 |
Onderzoek naar de rui van vogels heeft in de loop van de jaren steeds meer aandacht van onderzoekers gekregen. Het vervangen van veren bij vogels is namelijk een proces dat interfereert met verschillende andere aspecten in het vogelleven. Het verloop van het ruiproces is bovendien een goede maatstaf voor de conditie van de vogel. Wij onderzochten in 1997–2020 in de Grove Dennen Pinus sylvestris bossen in de Spaanse Pyreneeën in detail de post-juveniele partiële rui van meer dan 1700 Kruisbekken Loxia curvirostra. Van de onderzochte vogels die de rui al hadden beëindigd, hadden alle de kleine vleugeldekveren geruid, >80% de middelste vleugeldekveren en 70–87% 1–6 van de binnenste grote vleugeldekveren (aantal nieuwe veren afnemend van buiten naar binnen: binnenste grote vleugeldekveer slechts in 10% van de gevallen vernieuwd). Tertials waren in de helft van de gevallen nieuw. Slechts nu en dan waren enkele handpennen, handpendekveren, armpennen en staartpennen vernieuwd. De rui was bij vrouwtjes uitgebreider dan bij mannetjes en bij de Pyreneese Kruisbekken ook uitgebreider dan bij vogels in het noorden van Europa. Bij mannetjes varieerde de kleur van vlekkerig-gekleurd, rood, oranje tot geel, en was in deze volgorde gecorreleerd met de mate van vleugelrui. Aan deze variatie kunnen in beginsel verschillende factoren ten grondslag liggen, zoals verschillen in klimaat, voedselbeschikbaarheid en -voorspelbaarheid en broedseizoen (bij verschillen tussen noord en zuid), variatie in hormonale en seksuele selectieprocessen (bij verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes) en uitkomstdatum of oxidatieve stress geassocieerd met de expressie van kleur. |