Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Henriques M., Piersma T., Vansteelant W.M.G., de Goeij P. & Lok T. (2025) A time and a place for everything: Eurasian Spoonbills divide spring and summer activities across different areas in the eastern Dutch Wadden Sea. ARDEA 113 (1): 3-20
Menselijke activiteiten, zoals grondstofwinning, kustontwikkeling en toerisme, kunnen aanzienlijke bedreigingen voor watervogels vormen. Het waarborgen van ongestoorde leefgebieden voor vogels blijft daarom een prioriteit voor natuurbehoud, vooral in dichtbevolkte gebieden in Europa. Lepelaars Platalea l. leucorodia zijn iconische trekvogels die in Europese beschermde gebieden een sterk populatieherstel hebben laten zien. De beschermde Nederlandse Waddenzee is nu het belangrijkste Europese bolwerk van de soort. Dit herstel is echter tot stilstand gekomen, hoewel de broedkolonies strikt beschermd zijn. Zichtwaarnemingen suggereren dat Lepelaars hun ruimtegebruik tijdens hun zomerverblijf wijzigen. Met name na het broeden verplaatsen zij zich naar gebieden die mogelijk niet voldoende beschermd zijn. Wij hebben onze aandacht gericht op de Lepelaars van Schiermonnikoog in de oostelijke Waddenzee. Wij hebben gedurende 11 jaar 31 Lepelaars gevolgd met behulp van GPS-loggers met gedragssensoren en op deze wijze van mei tot september hun ruimtegebruik en activiteitbudgetten beschreven. Wij gebruikten zogeheten Dynamic Brownian Bridge Movement Models om de mate van gebiedsgebruik te kwantificeren. Op deze wijze konden we vier sleutelgebieden voor deze populatie afbakenen. We zagen hoe tijdens hun zomerverblijf er aanzienlijke veranderingen in de mate en het type gebruik van elk van deze gebieden plaatsvonden. Mannetjes en vrouwtjes vertoonden in de broedtijd grote verschillen in ruimtegebruik. Na de broedtijd concentreerden zij zich echter in één sleutelgebied, de wadplaten van Lutjewad aan de Groninger kust. Deze platen werden gebruikt om te ruien, op te vetten voor de trek en mogelijk als collectief informatiecentrum en ontmoetingsplek. De aantrekkelijkheid van Lutjewad voor Lepelaars kan wellicht verklaard worden door de geringe menselijke verstoring ter plekke. Dit dreigt echter te veranderen door de geplande grote infrastructurele werken in het gebied. Over het algemeen brachten de Lepelaars een groot deel van hun zomerverblijfperiode buiten de strikt beschermde broedkolonies door en wel in gelangrijke zones die beschermd zijn als Natura 2000-gebieden, Nationaal Park of Natuurlijk Werelderfgoed. Mogelijk zijn er aanvullende maatregelen in deze gebieden nodig om de Lepelaars gedurende langere perioden tegen menselijk verstoring te beschermen.


[close window] [previous abstract] [next abstract]