Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Mariano-Jelicich R., Madrid E. & Favero M. (2007) Sexual dimorphism and diet segregation in the Black Skimmer Rynchops niger. ARDEA 95 (1): 115-124
Het gescheiden voorkomen van de geslachten in tijd en ruimte is een algemeen verschijnsel bij vogels. Dit hangt vaak samen met sekseafhankelijke verschillen in foerageergedrag en voedselkeuze. De ontwikkeling van voorkeuren kan hebben bijgedragen aan of een gevolg zijn van de evolutie van seksuele dimorfie. In het hier gepresenteerde onderzoek wordt onderzocht of bij overwinterende Amerikaanse Schaarbekken Rynchops niger een dergelijke sekseafhankelijke voedselvoorkeur aanwezig is. De studie werd uitgevoerd in Mar Chiquita, een lagune aan de kust van Argentinië (Buenos Aires Provincie: 37°40'ZB, 57°22'WL). In dit MAB-UNESCO Reservaat overwinteren elk jaar 5,000–10,000 schaarbekken. Mannetjes schaarbekken hebben een opmerkelijk grotere snavel dan vrouwtjes. Schattingen aan de hand van fotobeelden wijzen erop dat de geslachtsverhouding in de lagune erg scheef ligt. Er overwinteren vijfmaal zoveel vrouwtjes als mannetjes. De auteurs ontwikkelden een discriminantfunctie om de seksen nauwkeurig op basis van een combinatie van morfologische kenmerken te kunnen onderscheiden. Omdat schaarbekken lastig te vangen bleken, werden gegevens verkregen uit mistnetvangsten aangevuld met gegevens van museumbalgen. De discriminantfunctie werd getest voor individuen met een bekend geslacht en bleek in 97,9% van de gevallen het juiste geslacht toe te wijzen. Het geslacht van de gebruikte individuen was bepaald aan de hand van bloedmonsters en moleculaire PCR-technieken of door onderzoek van de gonaden. Vervolgens werd voor elk geslacht de voedselvoorkeur en de lichaamslengte en het gewicht van de gegeten prooien bepaald aan de hand van de braaksels, die gevangen vogels vaak ‘spontaan’ produceren. Beide geslachten bleken vooral ‘silversides’ te eten (Odontesthes argentinensis en O. incisa), een algemene visje in neotropische lagunes. Mannetjes aten meer O. argentinensis (de grootste van de twee ‘silversides’) dan vrouwtjes. Mannetjes aten ook significant grotere O. argentinensis: tot 4 cm langere en 50% zwaardere vissen dan vrouwtjes. Schaarbekken pikken hun prooien van vlak onder het wateroppervlak op. Daarbij wordt alleen de ondersnavel in het water gestoken. De auteurs nemen aan dat mannetjes met hun iets grotere snavel beter in staat zijn grotere vissen op te scheppen en daarom andere delen van de lagunes gebruiken dan de vrouwtjes. De sekseafhankelijke verschillen in geconsumeerde prooigroottes zou ook de scheve geslachtsverhouding in de lagune kunnen verklaren.


[close window] [previous abstract] [next abstract]