Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

DIJK K VAN (2011) Over plaatstrouw van Kokmeeuwen Larus ridibundus in Nederland tijdens de slagpenrui. LIMOSA 84 (1): 21-25.

Kokmeeuwen Larus ridibundus ruien jaarlijks hun slagpennen in de zomermaanden en een individu doet hier ongeveer drie maanden over (Walters 1978, 1982). De juvenielen beginnen met de slagpenrui als ze ongeveer een jaar oud zijn en de adulten beginnen na afloop van het broedseizoen. De handpenrui verloopt van binnen naar buiten en gaten in de vleugel (figuur 1) zorgen voor een minder goed vliegvermogen (Noordhuis 1989). Het is daarom aannemelijk dat ruiende Kokmeeuwen geen grote afstanden trekken, en doortrekpatronen laten inderdaad zien dat volwassen vogels in deze periode weinig trekgedrag vertonen (Camphuysen & van Dijk 1983, Platteeuw 1987). Het is echter niet goed bekend of ruiers gedurende de hele ruiperiode op één plaats blijven, en of ze jaarlijks terugkeren naar dezelfde ruilocatie. In de stad Groningen worden sinds het eind van de jaren zeventig individuele Kokmeeuwen gevolgd door het regelmatig aflezen van metalen ringen (van Dijk & Majoor 1995). De waarnemingen vinden vooral in de intermaanden plaats. In de maanden juli-oktober wordt ook naar geringde meeuwen gekeken, maar de afleesinspanning is kleiner en minder constant. In dit artikel ga ik in op de vraag of het afleesmateriaal ons iets kan vertellen over plaatstrouw bij ruiers. Ik bespreek hiertoe de waarnemingenreeksen van twee individuen. Beide vogels zijn uitgekozen omdat ik ze jarenlang in de stad heb kunnen volgen. #### Kokmeeuw Chroicocephalus ridibundus = Larus ridibundus

[pdf alleen voor leden] [english summary]



limosa 84.1 2011
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster