Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

ELLENBROEK F BUYS J & OOSTERVELD E (1998) Natuurbraak: kansen voor akkervogels bij roterende braaklegging. LIMOSA 71 (3): 95-108.

Veel van het vogelonderzoek in agrarisch gebied heeft tot nu toe betrekking gehad op weidevogels (zie o.a. Beintema et al. 1995). Akkervogels hebben veel minder aandacht gekregen. Een uitzondering hierop is de provincie Groningen, waar sinds 1987 sprake is van een akkervogelmeetnet (van Scharenburg et al. 1995). Op de lotgevallen van een aantal soorten na, bestaat er dus voor akkervogels op landelijke schaal minder inzicht in de lange- termijntrends dan voor weidevogels. De beperkte gegevens duiden er echter op dat er net als in graslanden in zijn algemeenheid een sterke verarming is opgetreden. Dit wordt gei11ustreerd door de duizelingwekkende afname van voorheen min of meer karakteristieke akkersoorten als Grauwe Gors Miliaria calandra en Patrijs Perdix perdix. De Grauwe Gors is de laatste 15 jaar met meer dan 90% afgenomen en heeft grote delen van het land verlaten (Hustings et al. 1990, 1995). De laatste restpopulaties op akkerland zijn nu nog te vinden in Zuid-Limburg (Ellenbroek et al. 1996). Het aantal Patrijzen is recentelijk in tien jaar tijd op veel plaatsen met meer dan 70% afgenomen (Bijlsma 1990). Voor de provincie Groningen is ook van de meer algemene akkersoorten, zoals Gele Kwikstaart Motacilla flava flava en Veldleeuwerik Alauda arvensis, informatie beschikbaar. Ook hier overheersen negatieve trends (van Scharenburg et al. 1995). Tegenover deze negatieve trends staat een toename van enkele soorten die voorheen als typische weidevogel werden beschouwd: Kievit Vanellus vanellus en Scholekster Haematopus ostralegus. Meer aandacht voor vogels van akkerbouwgebieden in onderzoek en beheer is dan ook wenselijk.
      Na lange afwezigheid zijn sinds enkele jaren braakgelegde akkers weer terug in de Nederlandse akkergebieden. Dit is een gevolg van de Europese braaklegregelingen. De eerste regeling eind jaren tachtig was nog vrijwillig, maar sinds 1992 is braaklegging semi-verplicht. Om in aanmerking te komen voor inkomenssteun moeten akkerbouwers een bepaald percentage (dat varieert per jaar, afhankelijk van de situatie op de wereldgraanmarkt) van hun land braakleggen. Het gaat om aanzienlijke oppervlaktes: in 1995 lag in Nederland 11 500 ha braak als gevolg van de Europese regelgeving. Diverse akkervogels reageerden direct op het aan- bod van braakgelegde percelen; de spectaculaire opmars van de Grauwe Kiekendief Circus pygargus in NO-Groningen bij grootschalige, meerjarig braakgelegde percelen (in het kader van de eerste, vrijwillige braaklegregeling) is hiervan een goed voorbeeld (Koks & van 't Hoff 1991, Koks 1995).
      Door in plaats van het gewoonlijk toegepaste beheer (inzaai gras of vrij houden van vegetatie) de braakliggende percelen natuurgericht te beheren (kortweg natuurbraak), kunnen braakgelegde percelen aantrekkelijk worden voor akkervogels. In andere Europese landen bestaat al langer ervaring met natuurbraak (o.a. Parish 1990). Vanwege het ontbreken van soortgelijke ervaringen in Nederland met roulerende braak (percelen die een a twee jaren achtereen braak liggen) is het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) in 1993 een tweejarig praktijkonderzoek gestart naar de mogelijkheden van natuurgerichte braaklegging. Hierbij is in samenhang met bedrijfsmatige aspecten gekeken naar de effecten van verschillende beheersvarianten op (broed)vogels, zoogdieren, insecten (dagvlinders, zweefvliegen, hommels en bijen) en hogere planten. Daarbij beperkten we ons tot roulerende braak. Het onderzoek wees uit dat natuurbraak gunstig kan zijn voor alle onderzochte groepen en in principe goed in de bedrijfsvoering van akkerbouwbedrijven kan worden ingepast (Buys et al. 1996, 1997). In dit artikel bespreken we de betekenis van natuurbraak voor akkervogels, waarbij het accent ligt op broedvogels.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 71.3 1998
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster