Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

GASTEREN H VAN, MOSTERT K, GROOT H & RUITEN L VAN (1992) De irruptie van de Zwarte Mees Patus ater in het najaar van 1989 in Nederland en NW-Europa. LIMOSA 65 (2): 57-66.

De familie der Paridae kent een aantal soorten die nu en dan massaal hun broedgebieden verlaten en op drift slaan. Tot deze irruptiesoorten behoren Koolmees Parus major, Pimpelmees P. caeruleus, Zwarte Mees en Matkop P. montanus (overzicht in Perrins 1979). Irrupties van de Zwarte Mees vallen echter het meest op, omdat het vaak om zeer grote aantallen gaat. In NW-Europa was in het najaar van 1989 sprake van een zeer grote irruptie van de Zwarte Mees. Voorgaande irrupties in deze eeuw vonden plaats in 1919, 1923, 1928, 1934, 1939, 1943, 1949, 1957, 1959, 1962, 1964, 1967, 1969, 1971, 1972, 1974, 1975, 1983 en 1985 (IJzendoorn 1949, Cramp 1963, Biber 1972, Scherrer 1972, Lohrl1974, Winkler 1974, Frelin & Martinet 1975, van Balen & Speek 1976, Ehrenroth 1976, LWVT 1984, 1987 en Ouenby Fagelstation 1989). In deze jaren fluctueerden de waargenomen aantallen sterk. In 1983 en 1985 werden in Nederland slechts enkele honderden Zwarte Mezen gezien, terwijl in 1989 vele duizenden ons land passeerden. De laatste irruptie van vergelijkbare omvang vond plaats in 1971 (van Balen & Speek 1976). Zwarte Mees Periparus ater

[gratis pdf] [english summary]



limosa 65.2 1992
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster