Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

KOOIJ H VAN DER & VOSLAMBER B (1997) Aantalsontwikkeling van de Grote Zilverreiger Egretta alba in Nederkand sinds 1970 in een Europees perspectief. LIMOSA 70 (3): 119-125.

Tot het einde van de 19e eeuw had de Grote Zilverreiger in Europa een veel grotere verspreiding dan tegenwoordig. Rond de eeuwwisseling liep de populatie broedvogels echter sterk terug. De sierveren van de rug waren in die periode zeer gewild om dameshoeden op te sieren. Gigantische aantallen volwassen vogels werden geschoten om aan de vraag vanuit de modewereld te kunnen voldoen. Schattingen aan de hand van de aantallen veren die alleen a1 in 1902 op de Londense markt werden verhandeld, lopen op tot 200 000 geschoten vogels in een broedseizoen (Voous 1960). Ter vergelijking: dit aantal is het tienvoudige van het aantal Blauwe Reigers Ardea cinerea dat momenteel in Nederland broedt! Ofschoon het niet duidelijk is of a1 deze dieren in Europa werden bemachtigd, wijst het er toch op dat de soort in die tijd een gewone verschijning moet zijn geweest.
      Over de situatie in Nederland in vroeger tijden is weinig bekend. Het is niet onmogelijk dat de Grote Zilverreiger ooit in Nederland heeft gebroed. De vondst van een bot, vermoedelijk afkomstig van deze soort, in de omgeving van Amsterdam past in deze context (Clason 1967, Clason & Prummel 1978). Het is daarentegen opmerkelijk dat de soort niet wordt genoemd in de historische bronnen die de vogelpopulaties beschrijven in de beroemde reigerbossen in West-Nederland, zoals het Zevenhuizensche Bosch, het Schollevaarseiland en het Rorstermeer. Lange tijd werd gedacht dat de gegevens uit het Goudsche Bosch hierop een uitzondering vormden. In documenten over dit bos uit de tweede helft van de 14e eeuw, wordt name1ijk melding gemaakt van witte reyghers en witvogels. Verschillende auteurs (o.a. van Pelt Lechner 1918, Brouwer 1954, Poorter 1980, Vera 1983) kwamen tot de conc1usie dat het hier om Grote Zilverreigers ging. Zij baseerden zich daarbij vooral op informatie uit De Lange van Wijngaarden (1813). Scheygrond (1987) heeft echter aangetoond dat zowel onder witvogel als witte reygher de Kleine Zilverreiger Egretta garzetta moet worden verstaan.
      Het aantal gedocumenteerde historische waarnemingen van Grote Zilverreigers in Nederland is zeer gering. Uit de 18e eeuw zijn twee exemplaren bekend: een geschoten en een gevangen (Eykman et al. 1941). Voor de 19e eeuw maakt Schlegel (1854-1858) melding van het schieten van enkele Grote Zilverreigers in januari en februari 1855 bij Zutphen, Maastricht en Breda. Deze waarnemingen zouden kunnen wijzen op broeden in Nederland, gezien het feit dat de soort gerege1d in de omgeving van de broedplaatsen overwintert (Bauer & Glutz von Blotzheim 1966). Anderzijds is het evengoed mogelijk dat het hier om jonge dieren ging. Daarvan is bekend dat ze na het broedseizoen dispersie in noordelijke richting vertonen (Cramp & Simmons 1977). Uit de tweede helft van de 1ge en het begin van de 20e eeuw zijn nauwelijks waarnemingen bekend. Door de al eerder genoemde vervolging verdween de soort uit grote delen van Europa. De Commissie voor de Neder1andse Avifauna (1970) vermeldt voor de periode 1900 tot en met 1968 twee vondsten, tien bevestigde en tien onbevestigde waarnemingen, alle uit de jaren na 1944. Pas rond 1970 nam het aantal waarnemingen in Nederland toe. Aanvankelijk had het voorkomen nog een incidenteel karakter, maar na het geschikt worden van de Oostvaardersp1assen in de nieuwe polder Zuidelijk Flevoland werd de soort een meer reguliere verschijning. Het eerste succesvolle Nederlandse broedgeval vond plaats in 1978, in de kolonie Lepelaars Platalea leucorodia in de Oostvaardersplassen (Poorter 1980).
      In navolging van een eerdere publicatie over de Oostvaardersplassen (Voslamber 1992), wordt in dit artikel ingegaan op de ontwikkeling van de Nederlandse broedpopulatie en het voorkomen buiten de broedtijd in de periode vanaf 1970. De ontwikkelingen in ons land zullen worden vergeleken met die in Oost- en Zuid-Europa. Bovendien komt aan de orde welke perspectieven er zijn voor de soort in Nederland. Grote Zilverreiger Ardea alba = Egretta alba

[gratis pdf] [english summary]



limosa 70.3 1997
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster