Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

HUSTINGS F (2002) Broedende vuurgoudhanen Regulus ignicapillus in Nederland: hoe ging het verder. LIMOSA 75 (3): 85-90.

Het broeden van Vuurgoudhanen in Nederland bleef lang in nevelen gehuld. Dit is ook niet zo vreemd aangezien het om een van de kleinste Nederlandse vogels gaat, zich veelal hoog in donkere sparrenbomen ophoudend en begiftigd met slechts een bescheiden vocaal vermogen. In een tijd waarin vogelaars schaars waren en zich moesten behelpen met gebrekkige hulpmiddelen was het correct determineren van Vuurgoudhanen geen routineklus. De in de 20e eeuw sterk toegenomen verspreiding van deze soort, een gevolg van uitbreiding vanuit de Midden-Europese kerngebieden, werd mogelijk gemaakt door habitatfactoren, maar weerspiegelt ook veranderingen in de vogelaarswereld: steeds meer vogelwaarnemers, met een steeds betere kennis van determinatiekenmerken.

De artikelen van Pellinkhof en de Reus (1928) over de eerste broedgevallen van Vuurgoudhanen in ons land vormen een fraai tijdsdocument met verrassende aspecten. Geheel in de geest van de tijd besteden beide auteurs veel zorg aan de bewijsvoering omtrent het broeden. Het nest wordt schijnbaar moeiteloos gevonden (wie van de huidige generatie vogelaars kan dat nazeggen: wel eens het nest van een Vuurgoudhaan te hebben gezien?), en Pellinkhof overweegt om volwassen of jonge vogels te verzamelen (lees: te schieten), maar neemt - noodgedwongen - genoegen met het wegnemen van enkele eieren als bewijs. Beide auteurs benadrukken overigens het belang van de 'studie van den vogelzang' als middel om de soort op het spoor te komen.
      De locatie van beide broedgevallen, twee bossen bij Breda, is opmerkelijk. In de eerste decennia van de 20e eeuw vormden Ardennen en Eifel de voor Nederland dichtstbijzijnde min of meer aaneengesloten broedgebieden van de Vuurgoudhaan. Vanuit die geografische context lag een eerste broedgeval in Zuid-Limburg meer voor de hand dan in Noord-Brabant. Begin 20e eeuw waren er echter maar weinig vogelwaarnemers in ons land en kende slechts een enkeling de zang van deze soort. Vermoedelijk kwamen Vuurgoudhanen anno 1928 wel op meer plekken in Nederland tot broeden, maar viel bij Breda deze aanwezigheid voor het eerst samen met die van op de soort gespitste waarnem

[gratis pdf] [english summary]



limosa 75.3 2002
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster