Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

KATE CJB TEN (1928) Waarnemingen van Larus minutus Pall. aan de kust van het Kampereiland.. LIMOSA 1 (1): 14-22.

Dit voorjaar (1928) was ik in de gelegenheid een aantal gegevens te verzamelen over de dwergmeeuw (Larus minutus Pall.); die ik hieronder uitvoerig laat volgen, omdat de waarnemingsdata aanzienlijk verder gaan, dan de, in de mij ter beschikking staande nederlandsche literatuur, vermelde, terwijl ook de staartvorm van 2 door den hoor van der Moor verzamelde objecten niet geheel klopt met de beschrijving, die daarvan in het Pract. Handbook gegeven is.
      Ook hier bleek weer ten duidelijkste, hoe gevaarlijk het kan zijn, alleen op waarnemingen af te gaan, zonder tevens over verzameld materiaal te beschikken. Ter verduidelijking hiervan zal het 't beste zijn, eenige dagboek-fragmenten volledig te citeeren!
      14 Mei roeide ik met den bewaker van de Ver. tot Bescherming van Vogels op het Kampereiland, naar zee en landden we op de z.g. Ramspol. Deze Pol is een eenigszins hooggelegen, in zee uitspringend weiland, grootendeels door rietland omgeven en met de zeedijk verbonden door een krib van circa 1 1/2 K.M. lang, welke dwars door de riet-en biesvelden loopt; een plek, bij vele ornithologen zeer bekend, daar juist in dit terrein zooveel baardmeezen (Panurus biarmicus biarmicus (L.) nestelen.
      Toen we daar zaten om na te gaan of er al baardmeezen met nestmateriaal rondvlogen, naderden "een vijftiental sternachtige vogels; ze maken een geluid, dat wel iets op dat van een troep kauwen gelijkt en ook wel iets zwarte-sternachtigs heeft, evenals de slanke vorm van de vogels zelf; het is een lawaai van belang! Ik zie echter, dat het meeuwen zijn met (in de verte) zwartlijkende koppen en een zwarte streep aan de voorvleugelkant. Ze zijn echter te gauw weg om verdere details op te nemen. Even later passeeren er nog drie. Visscher (de bewaker) zegt, dat hij deze vroeger wel geschoten heeft voor de mode en dat ze een gevorkte staart hebben. Dat alles bracht mij er natuurlijk toe, tevens gedachtig aan mij bekende afbeeldingen, ze voorloopig als vorkstaarlmeeuwen te noteeren, met de noodige vraagteekens.
      19 Mei waren we weer op de Pol en hoorden ineens hetzelfde geluid van 14 Mei; "we loopen snel in de richting, vanwaar het komt en zien de bewuste meeuwen zitten in het water, tusschen zwarte sterns en 1 kokmeeuw. Sommige vliegen rond; duidelijk is een bruinzwarte kleur (niet geheel doorloopend tot de snavel) aan de kop te zien en het geluid klinkt ongeveer: tote, tote, tote, tote ...... (nadruk op de eerste lettergreep en ö ongeveer als de eu van het fransche heure), snel achter elkaar en zeer vaak herhaald.
      Dan komen ze boven de Pol muggen vangen; ze vliegen zeer wild en vlug als sterns; we laten ons achterover in het gras vallen en nu komen er enkele vlak boven ons. Duidelijk is, als ze de staart smaller maken, een kleine wigvormige insnijding te zien die echter, zoodra de staart weer uitgespreid wordt, vrijwel verdwijnt. Sommige lijken in de verte geen zwart aan de staart te hebben, maar met de kijker is dan nog steeds iets van zwart te bespeuren (niet aan de middelste pennen). Het zwart aan de bovenzijde van de voorkant der vleugels buigt, naarmate het de romp nadert, iets naar achteren om. Dat doet denken aan de afbeeldingen, die Tymstra in de Lev. Natuur (jaargang 31, p. 185 fig. 1 en p. 347 fig. 19, 20 en 20a) van de jonge dwergmeeuwen gaf". Volgens Coward 1) hebben dwergmeeuwen ook een iets gevorkte staart; hij schrijft p. 227 (deel II): "It's sIightIy forked taiI (spatiëering van mij) is also noticeable when expanded, as it checks its speed or turns to snatch at a flying insect. ......

[gratis pdf] [english summary]



limosa 1.1 1928
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster