Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Poulin B. & Lefebvre G. (2003) Variation in booming among Great Bitterns Botaurus stellaris in the Camargue, France. ARDEA 91 (2): 177-181
Overeenkomstig bevindingen in de literatuur bleek bij onderzoek in de Camargue, Zuid-Frankrijk dat de kwaliteit van het hoempen van Roerdompen Botaurus stellaris verbeterde met het vorderen van het voorjaar. Deze kwaliteit werd op tweeeriei wijze gemeten: de lengte van de hoempserie (aantal hoempen dat samen een "trein" vormt) en de volledigheid van elke individuele hoemp (bijna een kwart werd aangemerkt als incompleet). Beide varlabelen werden zowel gemeten in rietvelden waar maar een Roerdomp huisde als in rietvelden met meerdere Roerdompen. In beide gebieden piekte het hoempen in mei om daarna af te nemen (waarschijnlijk een gevolg van verminderende paringskansen). Er werd een opmerkelijk verschil gevonden tussen gebieden met maar een Roerdomp en die met meerdere Roerdompen. Solitaire Roerdompen produceerden kortere hoempseries (gemiddeld 3,6 hoempen per trein, tegen 4,5 in gebieden met meer dan Mn Roerdomp) en ruim de helft minder hoempseries per periode van zes uur. Opvallend was verder dat solitaire Roerdompen hun beste hoempen aan het begin van een hoempserie lieten horen. Roerdompen broedend in grotere rietvelden met meerdere paren lieten daarentegen hun beste hoempen in het tweede deel van de serie horen, wat mogelijk op een betere kwaliteit van de betreffende vogels duidt. Deze bevindingen zijn mogelijk indicatief voor de kwaliteit van broedplaatsen: hoe langer de hoempserie. hoe meer hoempseries per tijdseenheid en hoe beter de hoempkwaliteit in het laatste deel van de trein. des te beter de conditie van de vogel en des te groter de potentiele kwaliteit van het rietveld.


[close window] [previous abstract] [next abstract]