Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

OUWENEEL GL (1982) Actualiteiten: Mr. Thomas Lebret 1918 - 1982. LIMOSA 55 (3): 103-103.

Thomas Lebret werd geboren op 10 september 1918 te Teteringen. Na het gymnasium te Dordrecht te hebben doorlopen, studeerde hij rechten in Leiden. Al in zijn gymnasiumtijd zwierf de jonge Lebret door de Biesbosch, aIleen of in gezelschap van jagers, kooikers en biezensnijders. Deze kleurrijke figuren uit de oude Biesbosch wekten bij hem een speciale interesse voor waterwild en wezen Lebret op allerlei zaken die hem later van pas zouden komen. Het wekt geen verbazing dat toen de Duitse bezetting hem noopte onder te duiken, hij niet eerder rustte voor hij zijn toevlucht in Friese eendenkooicn gevonden had. Het ongeregelde leven tijdens de laatste oorlogsjaren cn kart nadien deden Lebret in het ziekenhuis belanden, waar hij zijn toekomstige vrauw ontmoette, Joni Himmel, medisch assistente uit Zwitserland. Uit die tijd dateert oak zijn vriendschap met Sir Peter Scott, die kart na de oorlog Nederland bezocht am het kooikersbedrijf te leren kennen. Lebret kreeg een benoeming bij het parket te Middeiburg, zodat hij zich kon vestigen in het hart van de delta van Zuidwest-Nederland. Rasveldman als Lebret was, gekoppeld aan zijn instelling am datgeen waarin hij geinteresseerd was te ontrafelen, werd hij naast een deskundige op het gebied van waterwild een specialist van de natte milieus. Toen na 1953 in het kader van het Deltaplan zich de grate veranderingen aftekenden die de natuur- en vogelbescherming in Zuidwest- Nederland de komende decennia zouden moeten pareren, nam Lebret vaak het initiatief am te wijzen op de gevaren en de mogelijkheden die zich zouden voordoen. Eenmaal deze veranderingen onderkend, zo vertelde hij later, had ik het gevoel overal tegelijk te moeten zijn. Allereerst in zijn geliefde Biesbosch waar hij in 1946 aan de Keizersdijk, samen met zijn vriend Harmsen een braedkolonie van de Kwak ontdekte (Ardea 35: 149), stellig een van de hoogtepunten uit zijn leven. In 1964 woog hij de kansen af voor de Kwak in de Biesbosch na uitbanning van de getijden (Limosa 37: 277-298). Oak ten aanzien van deterreinen in en rand het Hollands Diep-Haringvliet en de Zeeuwse wateren ontwikkelde Lebret specifieke ideeen voor de inrichting na de grate sluitingen, waarbij de ontwikkelingen in het al in 1961 ges!oten Veerse Meer hem tot voorbeeld dienden. De belangrijke verhandeling Oecologische successie en waterwildconcentraties (Ardea 52: 48-92) was voor verschillende beheersinstanties mede een leidraad voor het zo complexe beheer van natte milieus. Ais bestuurslid van de Stichting Het Zeeuwse Landschap en van de Stichting Natuurmonument De Beer kon hij ook op deze wijze zijn toekomstvisie voor de natuurterreinen van Zuidwest- Nederland in de praktijk brengen. Voorts was hij gedelegeerde voor Nederland bij het International Waterfowl Research Bureau en verzette hij veel werk voor de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels, waarin hij van 1947 tot 1974 een bestuursfunctie vervulde. Voor zijn arbeid, voor deze vereniging in het bijzonder, werd hij in 1974 benoemd tot officier in de Orde van Oranje Nassau. Een voorrecht was het om met Lebret in het veld te zijn. Het leek erap of de dynamiek van de grate getijdengebieden waarin hij zo vaak verkeerde hem dan in de ban had - een dynamiek die overigens zo kenmerkend was voor al zijn activiteiten. De deelnemers aan de winterreizen naar de Roemeense Dobrogea uit de jaren 1969-74, speciaal ondernomen om de Roodhalsgans in zijn overwinteringsgebied te leren kennen, herinneren zich hoe Lebret onder de sams moeilijke omstandigheden vaak het initiatief nam am het programma af te werken. Gelukkig heeft Lebret zijn vele ervaringen van meet af aan vastgelegd in een oeuvre van kwalitatief hoog niveau, dat kwantitatief nauwelijks te rubriceren zal zijn.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 55.3 1982
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster