Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

LOON AJ VAN (1982) Korte mededelingen: Trek van de Grauwe Fitis Phylloscopus trochiloides in West-Europa. LIMOSA 55 (4): 139-139.

Grauwe Fitis Phylloscopus trochiloides In een opstelling mistnetten in het Groene Glop op Schiermonnikoog werd op 26 augustus 1981 een Grauwe Fitis gevangen. De vogel werd geringd (Arnhem E 93 849) en na te zijn beschreyen en gefotografeerd (figuur 1) weer vrijgelaten. Het betreft de zesde ringvangst in Nederland, en de tweede voor Schiermonnikoog (de eerste was op 25 augustus 1973). In de beide gevallen van Schiermonnikoog betrof het eerstejaars vogels. De vangst in 1981 yond plaats tijdens een periode van massale trek van Fitis Phylloscopus trochilus en Bonte Vliegenvanger Ficedula hypoleuca. Op de vangdag werd een record-aantal Fitissen gevangen (118) en nog twee andere Phylloscopus- soorten, te weten Tjiftjaf Ph. collybita en Fluiter Ph. sibilaffix. Deze vogels waren vermoedelijk voor het overgrote deel van Scandinavische oorsprong, gezien het weer in Scandinavie in deze periode (koufront-passage, toenemende invloed van een hogedrukgebied, gepaard gaand met noordwestelijke tot noordelijke winden; cf. Alerstam et al. 1973), en de vangst van een Bonte Vliegenvanger met een Noorse ring (As 976 699) op 24 augustus 1981. Ook in 1973 viel de vangst samen met grote aantallen Fitissen en Bonte Vliegenvangers. Voor zaver de ondersoort werd bepaald, behoorden de in West-Europa vastgestelde Grauwe Fitissen tot de ondersoort viridanus. De vogels van 1973 en 1981 op Schiermonnikoog behoorden op grond van de vleugelformule eveneens tot deze ondersoort (tweede slagpen even lang als de zevende; bij de andere ondersoorten is de tweede slagpen even lang als de achtste of korter, cf. figuur 1). Het broedgebied van viridanus strekt zich in een betrekkelijk smalle strook uit vanaf Zuid-Finland, Zuid-Zweden, het noorden van Duitsland en Polen, en de Baltische staten tot in West-Siberie, met een zuidwestelijke uitbreiding naar de Himalaya (Ticehurst 1938). Deze vogels overwinteren in India zodat de westelijke populaties in oostelijke tot zuidoostelijke richting wegtrekken.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 55.4 1982
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster