Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

BOELE A , F HUSTINGS, K KOFFIJBERG, C VAN TURNHOUT & C PLATE (2008) Populatietrends van terrestrische wintervogels in 1980-2006: habitat, trekgedrag en verschillen tussen Hoog- en Laag-Nederland.. LIMOSA 81 (2): 50-61.

De Punt-Transect-Tellingen van wintervogels behoren tot de oudste natuurmeetnetten in Nederland. Anders dan de meeste andere vogeltellingen in de winter richt het PTT-project zich vooral op soorten die buiten de vele Nederlandse wetlands voorkomen. Een analyse van PTT-resultaten over de periode 1980-2006 laat zien hoe de winterpopulaties van deze soorten zich ontwikkelden, afhankelijk van de verspreiding in Nederland, habitatvoorkeur en trekgedrag.

Nederlandse wintervogeltellingen worden vanouds sterk gedomineerd door tellingen van watervogels in wetlands en van ganzen en zwanen in het agrarisch buitengebied. Een groot deel van het land wordt echter in de winter bevolkt door vogelsoorten die niet aan water zijn gebonden. De algemene soorten uit deze groep van terrestrische wintervogels worden gevolgd met het Punt-Transect-Tellingen project (PTT), dat wordt georganiseerd door SOVON Vogelonderzoek Nederland in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het project volgt in grote lijnen de opzet die ook in een aantal andere landen (vooral Scandinavië; Hjeldberg & Eskildsen 2008, Lindström et al. 2008) in zwang is: jaarlijkse tellingen op een vaste routemet vaste telpunten. Het Nederlandse PTT heeft als belangrijkste doel de aantalsontwikkeling vast te leggen van (vrij) talrijke en ruim verspreide winter- en trekvogels. Door de goede spreiding van de telroutes kunnen trends in de verschillende Nederlandse landschappen nader worden geanalyseerd, evenals eventuele veranderingen in trekgedrag van de bij ons overwinterende soorten.
      Het project werd gestart in 1978 en na twee proefjaren vanaf 1980 op ruimere schaal ingevoerd. Daarmee is het geheel door vrijwilligers gedragen PTT het langst lopendemonitoringproject van SOVON en tegelijk één van de oudste natuurmeetnetten in ons land. Van meet af aan stond een telling in de tweede helft van december centraal. Van 1980/81 tot 1996/97 werden op facultatieve basis ook tellingen uitgevoerd in november en februari, in 1985-93 tevens in augustus. Bij een evaluatie bleken deze tellingen niet helemaal aan de oorspronkelijke doelstellingen te voldoen (van Turnhout &Verstrael 1998). Vanaf 1997 wordt omdie reden alleen nog in december geteld. Over de eerste kwart eeuw PTT is gerapporteerd door Boele et al. (2005). Zij stelden bij veel soorten verschillen vast in aantalsontwikkeling tussen Hoog- en Laag-Nederland. Trekgedrag en habitat bleken eveneens van invloed. Deze aspecten worden in dit artikel geactualiseerd en nader uitgewerkt.

[pdf alleen voor leden] [english summary]



limosa 81.2 2008
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster