Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

BREDERODE N VAN (2008) De Hondsbossche Zeewering een bedreigd bolwerk voor Steenlopers.. LIMOSA 81 (2): 62-67.

De strekdammen van de Hondsbossche en Pettemer Zeewering vormen een voedselrijk biotoop voor steltlopers die afhankelijk zijn van getijdewerking en die (kunstmatige) rotskusten prefereren, zoals de Steenloper. 'sWinters verblijven er vele honderden vogels, in het najaar is het een belangrijke ruiplaats en in het voorjaar maken aanzienlijke aantallen gebruik van het gebied tijdens hun trek naar de broedgebieden. Het belang van dit gebied voor Steenlopers is lange tijd onderbelicht gebleven vanwege het ontbreken van tellingen in de geschikte tijd van het jaar. Deze bijdrage vult dit hiaat op enmaakt duidelijk dat de zeewering en achterliggende polders een belangrijk leefgebied vormen voor Steenlopers.

De Hondsbossche en Pettemer Zeewering (HBZ) tussen Camperduin en Petten (NH) is één van de weinige locaties in Nederland waar een zeedijk met strekdammen grenst aan polders. De strekdammen en tussenliggende 'plasbermen' vormen een voedselrijk biotoop. Op de dammen groeien ondermeermosselen en zeepokken en in de poeltjes tussen de stenen blijven allerlei kreeftachtigen achter. Naast grote aantallen meeuwen maken ook diverse soorten steltlopers gebruik van deze voedselbronnen. Scholeksters Haematopus ostralegus, Steenlopers Arenaria interpres, Paarse Strandlopers Calidris maritima, Drieteenstrandlopers C. alba en de laatste jaren ook Kanoeten C. canutus overwinteren er, en tijdens de voor- en najaarstrek zijn naast de genoemde soorten ook andere zoals Bonte strandloper C. alpina en Regenwulp Numenius phaeopus vaste gasten.
      De strekdammen vormen voor de steltlopers het gehele jaar door het belangrijkste voedselbiotoop. Alleen in de wintermaanden, in stormachtige perioden waarin de dammen niet of nauwelijks vrijkomen, fungeren binnendijkse drassi- ge graslanden geregeld als een tijdelijk alternatief. Vooral op de nattere delen zijn dan gemengde groepen Scholeksters, Steenlopers, Kanoeten en Spreeuwen Sturnus vulgaris te zien die zich te goed doen aan het bodemleven. Van april tot november zijn de steltlopers echter geheel aangewezen op de buitendijkse intergetijdenzone. De strekdammen worden bedreigd doordat in het kader van de kustversterking als één van demogelijke scenario's zandsuppletie voor en op de kust wordt voorgesteld. Hierdoor zouden de strekdammen en het onderste deel van het talud onder een laag zand verdwijnen, waarmee een belangrijk foerageergebied voor Steenlopers verloren zou gaan.
      De Steenlopers die gebruikmaken van de Oost-Atlantische vliegroute maken deel uit van twee verschillende populaties, de Nearctische populatie en de Fennoscandinavische/ Noordwest-Russische, ook wel Noord-Europese populatie genoemd (Cramp & Simmons 1983, van Roomen et al. 2005, 2006, Meltofte et al. 1994). Deze vogels zijn in het veld niet van elkaar te onderscheiden. De meeste Nederlandse overwinteraars behoren tot de Nearctische populatie en broeden in Groenland en Noordoost-Canada. In april en mei worden hun aantallen aangevuld door grote aantallen vogels van de Noord-Europese populatie die zuidelijker overwinteren, tot in West-Afrika. De Noord-Europese Steenlopers verblijven zowel in het voor- als in het najaar in grote aantallen langs de HBZ om tijdens de trek in korte tijd op te vetten. De Nearctische Steenlopers benutten het gebied daarnaast ook om voor en na het broedseizoen te ruien, terwijl de Noord-Europese vogels dat in Afrika doen. In dit artikel worden de resultaten gepresenteerd van tellingen van langs de HBZ pleisterende Steelopers, die zijn uitgevoerd van 1994 tot 2008. Het verloop van de aantallen over het jaar wordt weergegeven met daarbij een indicatie aan welke populatie ze kunnen worden toegeschreven. Om het belang van de HBZ voor Steenlopers aan te geven worden de maximale aantallen vergeleken met die in de Waddenzee en met de relevante populatie(s) binnen de trekbaan waarvan de HBZ deel uitmaakt. Om een indruk te krijgen van het jaarlijkse broedsucces en het belang daarvan voor de populatiegrootte is elke herfst tevens het aantal jongen geteld.

[pdf alleen voor leden] [english summary]



limosa 81.2 2008
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster